“Het aanbrengen aan de buitenzijde van naamborden, reclame-aanduidingen, uithangborden, zonneschermen, vlaggen, spandoeken, bloembakken, schijnwerpers en in het algemeen van uitstekende voorwerpen, alsmede het hangen van wasgoed aan de buitenzijde van het gebouw mag slechts geschieden met toestemming van de vergadering of volgens regels te bepalen in het huishoudelijk reglement.”
De ALV heeft in aanvulling op artikel 13 MR 1992 besloten ook zonnescreens te verbieden. Hierop volgend heeft de ALV in 2009 in afwijking van vorenstaande besloten om in het huishoudelijk reglement op te nemen dat het desalniettemin toegestaan is om een zonnescherm aan te brengen, mits deze - kort gezegd - voorzien is van een knikarm, blauw-grijs doek en een stormbeveiliging. De appartementen zijn voorzien van een inpandig balkon. Diverse eigenaren hebben met (stilzwijgende) toestemming van de ALV deze balkons voorzien van beglazing. Hierdoor zijn deze balkons onderdeel geworden van het interieur van de desbetreffende woningen. Aan de binnenzijde van de balkons werd vervolgens zonwering aangebracht. Verzoekers in kwestie hebben geen beglazing aangebracht, maar wensen wel zonwering door middel van een zonnescreen op hun balkon aan te brengen. De ALV wijst een verzoek hiertoe af. De hieraan ten grondslag liggende motivering is - samengevat - dat het zonnescreen het architectonisch karakter van het complex zal aantasten. Verzoekers zijn het hier niet mee eens en verzoeken de kantonrechter het besluit van de ALV d.d. 31 maart 2011, waarbij verzoekers geen toestemming is verleend om een zonnescreen aan te brengen, te vernietigen. De kantonrechter begint met te stellen dat gelet op artikel 2:8 BW de leden van de VvE zich jegens elkaar dienen te gedragen in overeenstemming met de eisen van redelijkheid en billijkheid en dat dit de maatstaf is om het onderhavige geschil te beoordelen. Vervolgens overweegt de kantonrechter:“5.2 Hieruit vloeit voort dat verweerster niet aan een van haar leden iets (of iets vergelijkbaars) mag weigeren of niet toestaan dat aan een of meer andere leden niet wordt geweigerd of wel wordt toegestaan. Hiervan is naar het oordeel van de kantonrechter in deze zaak sprake.
5.3 Op zichzelf heeft verweerster er op goede gronden naar gestreefd een beleid te ontwikkelen ten aanzien van de zonwering op en de beglazing van de balkons, waarbij behoud van de transparantie van de balkons (en daarmee behoud van het architectonisch uiterlijk) en uniformiteit centraal staan.
5.4 Uit de stukken, waaronder de overgelegde foto’s, en hetgeen partijen ter zitting hebben verklaard blijkt echter, dat verweerster wel heeft vastgehouden aan het ontwikkelde beleid ten aanzien van de uitvoering van de zonweringen met knikarmscherm, maar dat zij heeft toegestaan dat een (toenemend) aantal bewoners hun balkon hebben voorzien van beglazing op zodanige wijze, dat daarmee in feite het balkon onderdeel is gaan uitmaken van het interieur van hun woning. Dit gaat veelal gepaard met aan de binnenzijde van de beglazing aangebrachte zonneschermen en luxaflex die niet in overeenstemming zijn met het ook in het huishoudelijk reglement vastgelegde beleid (...)”.
“ 5.5 Verweerster heeft deze ontwikkeling getolereerd (of wellicht zelfs stilzwijgend goedgekeurd). Wat hiervan verder ook zij, deze gedragslijn verdraagt zich niet met het weigeren van de toestemming aan verzoekers om het onderwerpelijke zonnescreen aan te brengen. Dit screen voldoet weliswaar niet aan het beleid van verweerster ten aanzien van op de balkons aan te brengen zonwering, maar het tast, nu het slechts in zeer beperkte mate gebruikt zal worden en de toegepaste verticale geleiders zeker niet robuuster ogen dan de horizontale en verticale delen van het balkonhekwerk, het open karakter van het balkon en het architectonisch uiterlijk van het gebouw niet (wezenlijk) ernstiger aan dan de door verweerster getolereerde wijzigingen.
5.6 Verweerster zal dan ook het screen van verzoekers moeten toestaan, zij het onder de voorwaarde dat verzoekers zich op dezelfde wijze als de bewoners die een knikscherm op het balkon hebben aangebracht tegen het risico van schade verzekeren.“
Kortom, de kantonrechter stelt vast dat de VvE een inconsequent gedoogbeleid ten aanzien van verzoeken tot wijzigingen van de buitenzijde van het gebouw voert. Hierdoor kan de VvE het verzoek om een zonnescreen te plaatsen redelijkerwijs niet weigeren door te stellen dat het zonnescreen een aantasting van het open karakter en het architectonisch uiterlijk van het complex zal zijn. Voortvloeiend uit het bovenstaande besluit de kantonrechter om het besluit van de ALV te vernietigen en verzoekers tevens een vervangende machtiging tot het herplaatsen van het zonnescreen te verlenen. Klik hier voor de volledige uitspraak