0%

Gepubliceerd op: 03 Sep 2012

Wijziging van Boek 2 BW (wet vereenvoudiging en flexibilisering BV recht) - de Flex BV

Per 1 oktober 2012 gelden voor de besloten vennootschap nieuwe regels. De wetten tot vereenvoudiging en flexibilisering van het BV recht zijn in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende.

De oprichting van de BV is veel eenvoudiger en inrichting van de BV is gewijzigd. De aandeelhouders hebben meer mogelijkheden om de BV zo in te richten als zij zelf willen en om besluiten buiten vergadering te nemen. Uitkeringen aan aandeelhouders zijn onderworpen aan een uitkeringstest, waarvoor de instemming van de bestuurder vereist is. Indien de BV na de uitkering niet kan blijven voortbestaan zijn de bestuurder en ook de aandeelhouder aansprakelijk.
De Oprichting van de BV
Tot 1 oktober 2012 was het nodig om bij oprichting van een BV € 18.000 euro beschikbaar te hebben. Aan de notaris, die de oprichtingsakte met statuten opstelde diende een bankverklaring te worden getoond, waaruit bleek dat dit bedrag daadwerkelijk op de bank stond. Bij inbreng in natura was een accountantsverklaring verplicht. Per 1 oktober 2012 is het niet meer nodig om een bedrag van € 18.000 euro bij oprichting beschikbaar te hebben, de bankverklaring is dus ook niet meer nodig. Inbreng in natura blijft mogelijk, maar de accountantsverklaring is niet langer nodig. Het is vanaf 1 oktber 2012 mogelijk om aandelen met een nominale waarde van 0,01 eurocent te hebben. De notaris zal de oprichtingsakte en de statuten moeten opstellen, waarin de nominale waarde van de aandelen wordt vermeld. Het wordt zo dus veel simpeler om een BV op te richten.
Wat wijzigt er nog meer?
Een aantal in het oog springende wijzigingen zijn: De mogelijkheid om om in de statuten te voorzien in stemrechtloze of winstrechtloze aandelen en in een flexibele verdeling van stemrecht. Houders van stemrechtloze aandelen hebben, behalve het stemrecht, het recht om de aandeelhoudersvergadering bij te wonen en, daarin het woord te voeren, ook hebben zij een winstrecht. Er is variatie mogelijk in het stemrecht, dat betekent dat aan een aandeelhouder meer stemmen kunnen worden toebedeeld dan aan de andere aandeelhouders. Dat geldt voor alle besluiten. De houder van winstrechtloze aandelen heeft geen aanspraak op winst of reserves, maar wel stemrecht. Een beperkt winstrecht is ook mogelijk. Een aandeel kan niet tegelijk stemrechtloos en winstrechtloos zijn. De verplichte blokkeringsregeling (dat is de verplichting om aandelen eerst aan de andere aandeelhouders aan te bieden) vervalt, het is niet langer nodig om een blokkeringsregeling in de statuten op te nemen. Krachtens de wet geldt nu een blokkeringsregeling waarvan in de statuten kan worden afgeweken. Overdracht van aandelen kan geheel vrij worden gemaakt, of worden onderworpen aan een contractuele regeling in een aandeelhoudersovereenkomst. Verruiming van de mogelijkheden om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden, en de mogelijkheid om verplichtingen tussen aandeelhouders in de statuten op te nemen. Statutaire regelingen gelden, anders dan de aandeelhoudersovereenkomst, ook voor later toetredende aandeelhouders. Derden kunnen kennis nemen van de regelingen en verplichtingen, omdat de statuten in het handelsregister dienen te worden gedeponeerd. De openbaarheid van de statuten kan aanleiding zijn om toch te kiezen voor een aandeelhoudersovereenkomst. De uitkeringstest houdt in dat het bestuur beoordeelt of de vennootschap na het doen van de uitkering nog in staat is om voort te blijven gaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Afhankelijk van de specifieke kenmerken van de vennootschap zal men hierbij elementen als de liquiditeit, de solvabiliteit en de rentabiliteit van de vennootschap moeten betrekken. Nieuw is ook de aansprakelijkheid van bestuurders indien onvoldoende zorgvuldigheid wordt betracht bij uitkeringen aan aandeelhouders. Als de bestuurder overgaat tot het doen van een uitkering terwijl hij wist of kon voorzien dat de vennootschap na de uitkeringen haar opeisbare schulden niet meer zou kunnen blijven voldoen, is de bestuurder aansprakelijk voor het bedrag van de uitkeringen. Aandeelhouders of andere winstgerechtigden die een uitkering ontvingen terwijl zij wisten of konden voorzien dat de uitkering tot gevolg zou hebben dat de vennootschap niet meer aan haar opeisbare schulden zou kunnen blijven voldoen, zijn gehouden tot terugbetaling van de uitgekeerde bedragen indien de vennootschap binnen een jaar na de uitkeringen in staat van faillissement wordt verklaard.

AVVR

Team

Tags

Datum

03 Sep 2012