Artikel 27 van de WOR, het instemmingsrecht van de OR, leidt tot diverse procedures. De kantonrechter te Zwolle heeft zich op 1 juni 2012 uitgelaten over de vraag of sprake is van een voorgenomen besluit tot wijziging van een beloningssysteem ex artikel 27, lid 1, sub c WOR en derhalve instemming van de OR was vereist.
Van belang te realiseren is, dat onder een beloningssysteem in de zin van artikel 27 WOR niet de hoogte van de beloning zelf valt, dat is immers een primaire arbeidsvoorwaarde, maar dat het gaat om de wijze waarop beloningen worden gewaardeerd. De grens tussen een systeemwijziging en een wijziging van de hoogte van de beloning, is niet altijd even scherp te trekken.
Drie factoren bepalen variabele loon
Bij GDF Suez werd het variabele loon bepaald door drie factoren:
• 70% persoonlijke targets,
• 10% veiligheidsnorm en
• 20% Ebit (earnings before interest and taxes).
GDF Suez besloot de variabele beloning (naast de twee overige voorwaarden) niet langer op Ebit te baseren, maar op Ebitda (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization). GDF Suez legt het voorgenomen besluit niet voor aan de OR en de OR vindt dat hij wel instemmingsrecht heeft.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat de wijziging na toepassing van de Ebitda geen invloed heeft op de onderlinge rangorde van de beloningen van de medewerkers. De wijziging heeft immers op alle loonschalen relatief gezien dezelfde invloed. Dit leidt er echter nog niet toe dat van een systeemwijziging geen sprake kan zijn.
De kantonrechter oordeelt vervolgens dat uit de stellingen van GDF Suez volgt dat doel en strekking van de wijziging niet is de arbeidsprestatie van de werknemers of het niveau van hun beloning te beïnvloeden, maar het benutten van een meer betrouwbaar geachte maatstaf om het resultaat van de onderneming te bepalen.
Nu een van de drie factoren voor het bepalen van het variabel loonbestanddeel wijzigt, wijst dat erop dat het een systeemwijziging betreft die wel de uitkomst van de gevolgde berekeningsmethodiek kan beïnvloeden, maar daarmee toch ook niet in een zover verwijderd verband staat, dat niet de wijziging van een primaire arbeidsvoorwaarde in het geding is. De kantonrechter komt dan ook tot de slotsom dat GDF Suez de OR om instemming had behoren te vragen.
De afbakening van wanneer een voorgenomen besluit instemmingsplichtig is en wanneer niet, is niet altijd duidelijk te maken, dat blijkt maar weer uit deze uitspraak. Deze uitspraak draagt bij aan het verhelderen van het onderscheid, maar iedere wijziging kan weer anders worden beoordeeld.