LJN: BJ8361, Rechtbank Dordrecht 16 september 2009 - Ook een tuin die bij een appartementsrecht hoort is een zakelijk recht, dat het voorwerp kan zijn van verjaring. Voor de begrenzing van de appartementsrechten is de aanduiding op de splitsingstekening bepalend. Die is ingeschreven in de openbare registers en daarmee kenbaar. Van verjaring te goeder trouw kan daardoor geen sprake zijn, want op grond van artikel 3:11 jo 3:26 BW kan niemand zich op goede trouw beroepen ten aanzien van feiten die door raadpleging van de openbare registers kenbaar zijn. Resteert verjaring te kwader trouw, de zogenaamde extinctieve of bevrijdende verjaring ex artikel 3:306 jo 3:105 BW. Daarvoor is geen goede trouw vereist. Bij onafgebroken bezit is de verjaringstermijn 20 jaar, tenzij voordien stuiting heeft plaatsgevonden.
In deze zaak stelde de eigenaar wiens tuin door landjepik vergroot was, dat de verjaringstermijn van 20 jaar voltooid was. De benadeelde appartementseigenaar accepteerde dat niet en plaatste de erfafscheiding weer op de grens zoals die bleek uit de splitsingstekening. De rechter stelde echter vast, dat de verjaringstermijn van 20 jaar voltooid was en dat geen stuiting had plaatsgevonden. De benadeelde appartementseigenaar werd veroordeeld tot schadevergoeding. Tevens werd voor recht verklaard, dat de grens loopt zoals die door verjaring is ontstaan. Het vonnis schept daarmee een nieuwe rechtstoestand, die afwijkt van de splitsingstekening. Het vonnis is zelfstandig inschrijfbaar in de openbare registers op grond van artikel 3:17 lid 1 sub e BW.