0%

Gepubliceerd op: 04 Aug 2020

Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020; de oplossing tegen een domino aan faillissementen?

Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020; de oplossing tegen een domino aan faillissementen?

Inleiding

Inmiddels heeft het coronavirus al wereldwijd zijn sporen achter gelaten. Ook in het bedrijfsleven is dat merkbaar. Noodgedwongen hebben veel bedrijven hun bedrijfsvoering (tijdelijk) drastisch moeten wijzigen of zelfs moeten staken. Hierdoor kunnen bedrijven problemen krijgen met de lopende verplichtingen, bijvoorbeeld vanwege een liquiditeitstekort. Dit kan weer leiden tot schuldeisers die betaling afdwingen (bijvoorbeeld door: beslag en/of opschorting) of zelfs in een toename in het aantal faillissementen. De Minister voor Rechtsbescherming wilt bedrijven, die voorafgaand aan de coronacrisis geen liquiditeitsproblemen hadden, met de nieuwe Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 (hierna: “TBW 2020”) hiertegen beschermen. In deze bijdrage bespreek ik de hoofdlijnen van dit wetsvoorstel.  

Wat is het doel van de TBW 2020?

De TBW 2020 heeft als doel om faillissementen van bedrijven te voorkomen die in de kern gezond zijn, maar vanwege de beperkende maatregelen, plotseling geen of nog maar een beperkte omzet hebben. Daarbij gaat het expliciet om liquiditeitsproblemen die zijn veroorzaakt door de coronacrisis en de daarmee samenhangende maatregelen vanuit de overheid (zoals sluiting van de horeca). Het verlenen van betalingsuitstel reikt niet zo ver dat daardoor het faillissement wordt bewerkstelligd van andere schuldeisers. Om deze reden dienen de belangen bij een faillissementsverzoek tegen elkaar afgewogen te worden.  

Wat zijn de gevolgen voor de ondernemer van de TBW 2020?

Ingeval van executiemaatrelen (zoals beslag) kan de ondernemer op grond van TBW 2020 bij de voorzieningenrechter verzoeken om schorsing en opheffing daarvan. Heeft een schuldeisers inmiddels een faillissementsverzoek ingediend, dan kan wanneer het verzoek van aanhouding is toegewezen, de betalingsverplichting jegens de aanvrager(s) worden uitgesteld. Daarbij is het dus van belang om op te merken dat uitstel van betaling niet geldt voor nieuwe verplichting(en) of lopende verplichtingen waarvan de betalingstermijn vervalt. Hiermee wordt voorkomen dat de schulden toenemen.  

Wat zijn de voorwaarden van de TBW 2020?

Er worden vijf cumulatieve voorwaarden gesteld om in aanmerking te komen voor deze regeling:  
  1. De ondernemer kan zijn betalingsverplichtingen tijdelijk niet voldoen vanwege een gebrek aan liquide middelen;
  2. Deze liquiditeitsnood is hoofdzakelijk of uitsluitend ontstaan doordat de ondernemer vanwege de beperkende maatregelen die de overheid in verband met het corona-virus sinds 16 maart jl. heeft afgekondigd, zijn bedrijfsvoering niet (volledig) heeft kunnen voortzetten;
  3. Vóór de afkondiging van de beperkende maatregelen was geen sprake van financiële problemen;
  4. Het bedrijf van de ondernemer heeft verdiencapaciteit en toekomstperspectief, en
  5. De schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend, wordt met de aanhouding niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen geschaad (artikel 2, tweede en derde lid).
 

Hoe komt de ondernemer in aanmerking voor de TBW 2020?

Een ondernemer die wordt geconfronteerd met een verhaalsactie en/of een faillissementsverzoek krijgt tegelijkertijd de mogelijkheid om de rechtbank te vragen om het faillissementsverzoek aan te houden. Normaliter kan dit alleen door de schuldenaar tijdens de mondelinge behandeling worden gedaan.[1] Een toewijzing van het verzoek van uitstel, betekent niet dat daarmee het faillissementsverzoek van de baan is. Het gevolg is dat de behandeling van dat verzoek slechts wordt uitgesteld voor zover het niet door de verzoeker reeds is ingetrokken. Deze periode is ervoor bedoeld om de onderneming weer op te laten starten en de betalingsproblematiek in die tijd te verhelpen.  

Wat is de duur van de aanhouding op grond van TBW 2020?

Als het verzoek tot uitstel wordt toegewezen door de rechtbank, dan wordt het faillissementsverzoek aangehouden tot ten hoogste twee maanden. Deze termijn kan maximaal tweemaal worden verlengd met twee maanden (derhalve: vier maanden). Dit betekent uiteindelijk dat een verzoek maximaal zes maanden kan worden aangehouden. Dit is uniek en een afwijking van de normale aanhoudingstermijn van twee weken met een maximum van acht weken.[2] De rechtspraak wijkt nu zelf ook af van het Landelijk procesreglement door middel van de Tijdelijke regeling insolventiezaken rechtbanken d.d. 26 juni 2020. De rechtspraak hanteert nu een aanhoudingstermijn van tenminste vier weken, tenzij er sprake is van spoed.[3]  

Tot slot

De consultatie is inmiddels geëindigd en is het nu wachten op de wet. Er zijn in totaal 16 consultaties ingediend. Het laatste woord is er dus nog niet over geschreven. Toch loopt de praktijk al voor op de wet en worden veel faillissementsaanvragen aangehouden vanwege het coronavirus. De wettelijke grondslag in het beoogde TBW 2020 kan hiertoe de positie van de ondernemer versterken. Overigens is het wel zo dat de wet volgens het voorstel op 1 oktober 2020 komt te vervallen. Mogelijk wordt de datum nog gewijzigd. Uiteraard zullen wij u op de hoogte houden van de verdere uitwerking van de TBW 2020.       [1] 1.1.4.10 Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken [2] 1.1.4.10 Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken [3] 1.7 Tijdelijke regeling insolventiezaken rechtbanken

AVVR

Team

Tags

Datum

04 Aug 2020