0%

Gepubliceerd op: 08 Jul 2011

Schade huurder geen gevolg van planologische wijziging

In de onderhavige zaak doet zich de situatie voor dat een sportvereniging, die een sportterrein met onder meer kleedlokalen en een voetbalkantine huurde, een verzoek heeft ingediend om vergoeding van geleden planschade. Als gevolg van de bestemmingsplanontwikkeling “Suytkade” heeft de verhuurder namelijk de huurovereenkomst met de sportvereniging opgezegd, waardoor de sportvereniging op last van de kantonrechter op 9 juli 2002 het sportterrein heeft ontruimd. Op 31 januari 2005 is het bestemmingsplan “Suytkade” in werking getreden.

Burgemeester en wethouders van Helmond wijzen het verzoek af. Daartegen maakt de sportvereniging bezwaar. Dat bezwaar wordt ongegrond verklaard, evenals het beroep bij de rechtbank ‘s – Hertogenbosch (hierna: de rechtbank). Derhalve stelt de sportvereniging hoger beroep in bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

De sportvereniging stelt dat zij als huurder in een zakenrechtelijke verhouding tot het betreffende perceel heeft gestaan en de huuropzegging alleen is geïnitieerd op grond van de bestemmingsplanontwikkeling “Suytkade”, waardoor deze moet worden gezien als schadefeit.

De Afdeling overweegt daarop dat de schade die de sportvereniging stelt te lijden niet het gevolg is van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Suytkade” op 31 januari 2005, maar van de opzegging van de huurovereenkomst met gelijktijdige aanzegging tot ontruiming door de verhuurder. Dergelijk schade komt volgens de Afdeling niet voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 49 WRO, nu die bepaling slechts voorziet in een vergoeding voor zover blijkt dat schade wordt geleden ten gevolge van de bepalingen van een bestemmingsplan. Dat de huurovereenkomst is ontbonden met het oog op de ontwikkeling van een nieuwe stadswijk, ten behoeve van welke ontwikkeling ook het bestemmingsplan werd gewijzigd, maakt niet dat de schade die de sportvereniging stelt te lijden in een rechtstreeks verband staat met de planwijziging. De Afdeling verklaart het hoger beroep dan ook ongegrond.

LJN BR0494, zaak nr. 201010832/1/H2, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 6 juli 2011

Datum

08 Jul 2011