- of de verstandhouding tussen werkgever en werknemer verstoord is;
- of de verstoring duurzaam is, of nog te repareren;
- welke acties werknemer en werkgever hebben ondernomen om de lucht tussen hen beiden te klaren.
Uit deze uitspraak blijkt dat de Kantonrechter het essentieel vindt, dat partijen er alles aan hebben gedaan om te bezien of de verstoorde arbeidsverhouding te herstellen is. Het feit dat werkgever de suggestie van werkneemster om een mediator in te schakelen, en daarmee de communicatie tussen partijen te herstellen, heeft genegeerd, wordt de werkgever zwaar aangerekend. De Kantonrechter concludeert hieruit, dat niet 100% vaststaat dat de verstoorde arbeidsrelatie tussen partijen gerepareerd kan worden. Het ontbindingsverzoek van werkgever wordt afgewezen. Dat betekent dat de samenwerking tussen partijen in stand blijft. Dat betekent ook, dat partijen samen nadere inspanningen moeten plegen om de verstoring in de samenwerken (te trachten) te herstellen. Mediation lijkt daarbij alsnog aangewezen. Kantonrechter Rotterdam 30 september 2015, AR 2015-1007 (4343255 VZ VERZ 15-15932)“Dat er tussen partijen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, is buiten kijf. Na de (gedeeltelijke) uitval van werkneemster wegens ziekte zijn fricties ontstaan door dingen die over en weer (niet) zijn gezegd en gedaan rondom werkhervatting. Het lijkt erop dat partijen na de werkhervatting door werkneemster niet met elkaar het gesprek zijn aangegaan om de lucht te klaren. Dat werkneemster iedere vorm van een goed gesprek zou hebben genegeerd, valt te betwijfelen, want zelf heeft zij verklaard dat zij het bedrijf van werkgever een topbedrijf vond om voor te werken en het jammer te hebben gevonden dat nooit een gesprek heeft plaatsgevonden over wat er in het verleden is gebeurd.
Tevens heeft werkneemster de mogelijkheid van mediation genoemd.
Niet is gebleken dat ook maar enige reële poging is ondernomen door werkgever om de verstoring van de arbeidsverhouding ongedaan te maken. Mede hierdoor is niet boven iedere twijfel verheven dat de verstoring van de arbeidsovereenkomst dermate ernstig en duurzaam is, dat herstel van de arbeidsrelatie niet meer mogelijk is. Daarom levert dit geen grond op om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.”