Op 2 oktober 2014 organiseerden De Advocaten van Riet samen met AAG en PART zorg een seminar voor bestuurders en toezichthouders in de zorg. Het thema van het seminar was “Ondernemingsrecht en Zorg”, de bijdragen van de sprekers van De Advocaten van Van Riet, AAG en PART zorg waren daarop gericht.
De deelnemers aan dit zorgseminar waren afkomstig uit diverse aan de gezondheidszorg gerelateerde organisaties, waaronder zorgverzekeraars, ziekenhuizen, het garantie-instituut voor zorginstellingen, de Stichting Klachten en Geschillen Zorginstellingen en diverse consultancy- en adviesbureaus, waar zij functies als organisatieadviseur, financieel dienstverlener, directeur, toezichthouder, zorginkoper of secretaris van de Raad van Bestuur vervullen.
De onderwerpen van de presentaties waren zorgvuldig op elkaar afgestemd, van toekomstige wijzigingen in de wet- en regelgeving voor bestuurders en toezichthouders door de Advocaten van Van Riet, via de financiering van vastgoed van zorginstellingen door AAG en wat daarbij komt kijken, tot al hetgeen te maken heeft met de kwaliteit van zorg door PART zorg. Er ontstond een geanimeerde discussie tussen de aanwezige deelnemers naar aanleiding van de verschillende onderwerpen, die na afloop tijdens de borrel werd voortgezet. Een korte toelichting op die onderwerpen volgt hierna.
Nieuwe wet- en regelgeving voor bestuurders en toezichthouders
De laatste jaren zijn er verschillende incidenten in de semipublieke sector geweest, waarbij sprake was van falend bestuur en/of toezicht daarop dat ontbrak. Denk aan Vestia, Amarantis, Servatius, Rochdale, wat langer geleden de stichtingen Philadelphia en woningcorporatie Woonbron. Daarnaast was sprake van faillissementen in de zorgsector, zoals Meavita (Thuiszorg), de Stichting Zonnehuizen, het Ruwaard van Putten Ziekenhuis, het Slotervaartziekenhuis en meest recent Ziekenhuis de Sionsberg in Dokkum.
Op verzoek van de toenmalige minister van Justitie is onderzoek gedaan naar aanleiding van de diverse incidenten. De conclusie uit het rapport van de Commissie Behoorlijk Bestuur, was dat falend bestuur bij semipublieke instellingen vaak samenhangt met passief en/of inadequaat toezicht en dat een afdoende wettelijke regeling voor aansprakelijkheid van toezichthouders van verenigingen en stichtingen (de meest voorkomende rechtspersonen in de semipublieke sector) ontbreekt.
Naar aanleiding daarvan is begin 2014 een voorontwerp van de Wet bestuur en Toezicht rechtspersonen gepubliceerd. Het doel daarvan is het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen, met name omdat veel zorginstellingen als stichting of vereniging zijn ingericht.
In het kort houdt het wetsontwerp in dat het instellen van een toezichthoudend orgaan bij verenigingen en stichtingen wettelijk wordt geregeld en dat de normen die gelden voor bestuurders en toezichthouders, evenals de tegenstrijdig belangregeling en de gronden voor aansprakelijkheid worden geüniformeerd. Uniformering houdt in dat dezelfde normen gaan gelden voor bestuurders en toezichthouders in semipublieke instellingen, als nu gelden voor de bestuurders en toezichthouders van de B.V. en N.V. Voorts komt er een uitbreiding van de gronden voor ontslag van bestuurders van stichtingen.
In faillissementssituaties gaat ook het een en ander veranderen als het gaat om aansprakelijkheid. Nu is er een relatief hoge drempel voor aansprakelijkheid van bestuurders van stichtingen en verenigingen in faillissementssituaties, zij kunnen nu alleen aansprakelijk gesteld worden als sprake is van onbehoorlijke taakvervulling en als de bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Bestuurders van commerciële ondernemingen zijn eenvoudiger aansprakelijk te stellen. Dat verschil wordt niet langer als rechtvaardig ervaren, bij semipublieke instellingen wordt immers gebruik gemaakt van publieke middelen.
Bestuurders van commerciële instellingen zijn aansprakelijk als binnen drie jaar voorafgaande aan het faillissement sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, dat een belangrijke oorzaak van het faillissement is. De bestuurders zijn dan hoofdelijk aansprakelijk voor het hele faillissementstekort. Dat gaat ook gelden voor de bestuurders en toezichthouders van semipublieke instellingen, stichtingen en verenigingen. Dat verlaagt de drempel voor aansprakelijkheid aanzienlijk. Als bestuurders en toezichthouders doen wat zij als bestuurder en toezichthouder moeten doen, zoals bijvoorbeeld het goed inrichten van de administratie en tijdig publiceren van de jaarrekening, hebben zij ook in een faillissementssituatie niets te vrezen.
Voor meer informatie over de wijzigingen in de regelgeving voor bestuurders en toezichthouders email Fleur van Tol vantol@vanvanriet.nl of Diederick van Dalen vandalen@vanvanriet.nl van de Advocaten van Van Riet
Financiering van Vastgoed van Zorginstellingen: De meerwaarde van marktwaarde
De financiering van het vastgoed in de zorg was gegarandeerd. Na de introductie van de NHC en de onderhandelbaarheid van het tarief vanaf 2018 is de opbrengst allesbehalve zeker. Daarmee is een zorgondernemer ook vastgoedondernemer. Wanneer bent u hier op voorbereid?
Cruciaal om te kunnen spreken van behoorlijk bestuur is de mate waarin het vastgoed dat in eigendom is maar ook het gehuurde invloed heeft op de continuïteit. Specifiek op het moment dat het huidige gebruik komt te vervallen.
De eerste cruciale vraag is of het in eigendom hebben van vastgoed, of de resterende termijn van de huurovereenkomst, wel bij de organisatie past. Niet dat de situatie altijd is aan te passen, maar daarmee kan wel worden aangegeven dat het onveranderlijk is. Hiermee voorkomt u verantwoordelijk te worden gesteld voor beslissingen die veelal impliciet in het verleden zijn genomen. Weliswaar kloppende in de tijd van toen maar niet in de tijd van nu.
De tweede cruciale vraag is wat het toekomstig gebruik is van het zorgvastgoed voor de organisatie. Deze visie moet opgeschreven worden in een door de Raad van Toezicht goedgekeurd document. Waarna de bedrijfswaarde berekend kan worden. Daarbij niet zoekend naar de bedrijfswaarde die boven de boekwaarde ligt maar de bedrijfswaarde die past bij de toekomst.
Maar wat als het toekomstig gebruik uitblijft? Dan blijft de marktwaarde vrij van huur en gebruik over. Dit is de waarde in de markt voor het object nadat het huidige gebruik is beëindigd. Veelal is deze waarde lager dan de bedrijfswaarde.
Door bekend te zijn met boek-, bedrijfs- en marktwaarde kunt u transparant aangeven wat de risico’s zijn. Niet alleen in de mate waarin het vermogen wordt beïnvloed maar ook de invloed op de ratio’s. Tevens weet u daardoor of de bestaande leningen met de verkoopopbrengst kunnen worden afgelost.
Voor meer informatie over de financiering van vastgoed van zorginstellingen email Bert van Scherpenzeel b.vanscherpenzeel@aag.nl of Arnold Eisses a.eisses@aag.nl van AAG.
Kwaliteit van Zorg: Voor kwaliteit zorg je samen
Er is de laatste tijd steeds vaker aandacht voor (het falen van) de kwaliteit van zorg. Als gevolg daarvan kiezen steeds meer zorgorganisaties ervoor om een gecertificeerd kwaliteitssysteem te bouwen. Inmiddels zijn er ook verschillende soorten kwaliteitssystemen met daarbij behorende certificaten.
Deze verschillende soorten systemen hebben een aantal elementen die overeenkomen en die belangrijk zijn voor het goed functioneren van een kwaliteitssysteem. Zo kan kwaliteit van zorg naar voren komen in een helder beleid van de organisatie. Ook is het belangrijk dat er een veilige werkcultuur heerst, waarin medewerkers elkaar durven aan te spreken wanneer zaken niet goed gaan. Daarnaast is het risico-denken een belangrijk element. Dit gaat zowel over het van tevoren in kaart brengen van de belangrijkste risico’s om deze waar mogelijk te reduceren, als het achteraf evalueren wanneer er toch iets fout is gegaan. Het meenemen van de mening en ervaring van de patiënt is hierbij cruciaal. Een laatste belangrijk element van een goed werkend kwaliteitssysteem is het continu verbeterproces.
PART zorg begeleidt regelmatig zorgorganisaties bij het ontwikkelen en implementeren van een kwaliteitssysteem. Zij heeft daarbij ervaring met onder meer ISO-, HKZ- en ZKN-keurmerken. Door het volgen van een vast stappenplan wordt op consistente wijze gebouwd aan een gedegen, voor iedereen werkbaar kwaliteitssysteem.
Voor meer informatie over kwaliteit van zorg e-mail Jeroen Dokter (jeroen@partzorg.nl) of Timon Sibma (timon@partzorg.nl) van PART zorg.