0%

Gepubliceerd op: 06 Jun 2013

Kan een OR-lid zich alles permitteren?

Wie denkt dat een OR-lid zich alles kan permitteren, omdat een opzegverbod geldt, heeft het mis. Dit illustreert de uitspraak van de kantonrechter Den Bosch van 26 maart 2013.

De OR van Stichting Kunstencentrum De Maender brengt op 27 november 2012 een negatief advies omtrent bedrijfsbeëindiging en collectief ontslag uit. Diezelfde dag sturen OR-leden zonder medeweten van De Maender een brief aan de gemeenten met wie De Maender budgetovereenkomsten heeft gesloten; De Maender ontvangt jaarlijks een budgetsubsidie voor tevoren afgesproken diensten die de gemeenten van De Maender afnemen. Ook stuurden OR-leden dezelfde dag zonder medeweten van De Maender een brief naar de Hava-verenigingen, muziekverenigingen voor wie De Maender lessen verzorgt. Op 29 november 2012 besluit De Maender tot collectief ontslag. Als De Maender op de hoogte raakt van door OR-leden verzonden brieven zendt zij aan de betreffende OR-leden een waarschuwingsbrief met als afsluiting de volgende tekst: “Dit betreft een eerste en laatste waarschuwing. In het geval u zich al dan niet in hoedanigheid van OR-lid schuldig maakt aan het zonder voorafgaande toestemming van Maender benaderen van relaties van Maender over interne aangelegenheden van Maender dan volgt ontslag op staande voet.” De OR vordert bij de kantonrechter schorsing van het verbod tot het benaderen van relaties van De Maender. Hij legt hieraan ten grondslag dat hij op onaanvaardbare wijze beperkt wordt in het uitoefenen van zijn medezeggenschapsrechten en dat de leden van de OR in hoedanigheid van werknemer worden beperkt in het uitoefenen van hun functie. De Maender vindt dat de drie werknemers de uitvoering van de toekomstplannen van De Maender door het versturen van deze brieven in gevaar hebben gebracht. Verder voert De Maender aan dat deze acties vallen buiten het bestek van het medezeggenschapsrecht. De kantonrechter vindt dat deze waarschuwingsbrief geen reactie is op iets wat de betrokken OR-leden in hun hoedanigheid van OR-lid bij de uitoefening van hun uit de WOR voortvloeiende bevoegdheden hebben gedaan. Weliswaar heeft het verzenden van de brieven raakvlak met de uitoefening van de OR-taken, maar de betrokken OR-leden zijn hierdoor buiten hun OR-bevoegdheid getreden. Een OR-lidmaatschap is geen vrijbrief om in strijd met goed werknemerschap te handelen, als het gaat om iets wat niet direct iets met OR-bevoegdheden te maken heeft. in dat geval is een werkgever vrij aan te geven waar de grenzen liggen en wat de consequenties zijn bij overtreding daarvan. Vanzelfsprekend kan de waarschuwingsbrief van De Maender niet zien op handelingen die OR-leden in het kader van de uitoefening van hun OR-taak in de toekomst zullen verrichten. In die zin hoeven de drie betrokken OR-leden zich door de waarschuwingsbrief dan ook niet onder ongerechtvaardigde druk gezet te voelen.  

AVVR

Team

Tags

Datum

06 Jun 2013