0%

Gepubliceerd op: 16 Feb 2012

Huurder niet gebonden aan huishoudelijk reglement

Huurder niet gebonden aan huishoudelijk reglement

Hoge Raad 10 februari 2012, LJN: BU8174 - In hoeverre is de huurder van een appartement gehouden om met het appartementsrecht samenhangende voorschriften omtrent het gebruik van het gezamenlijke- en privé gedeelten in acht te nemen?

In onderhavige kwestie is de verhuurder eigenaar van een aantal appartementen in een VvE. In het HHR is vastgelegd dat de bewoners geen schotelantennes op of aan het gebouw mogen bevestigen. In de huurovereenkomst tussen de verhuurder en de huurders in kwestie is geen bepaling opgenomen waarin het huishoudelijk reglement van toepassing wordt verklaard.

De huurder bevestigd vervolgens een schotelantenne aan de zijgevel van het gebouw. De VvE verzoekt de verhuurder om er voor zorg te dragen dat de schotelantenne wordt verwijderd, omdat deze in strijd met het HHR is bevestigd. De verhuurder doet hetzelfde verzoek aan de huurder, maar die weigert de schotelantenne te verwijderen.

De verhuurder laat het er niet bij zitten en start een gerechtelijke procedure. De verhuurder beroept zich daarbij de regels in het huishoudelijk reglement en stelt dat deze ook voor de huurder gelden. De kantonrechter oordeelt het HHR geen deel uit maakt van de van de huurovereenkomst. Het hof betrekt in haar oordeel artikel 5:120 lid 2 BW, welke luidt als volgt:

Voorschriften van het reglement omtrent gebruik, beheer en onderhoud zijn ook van toepassing op degeen die het gebruik verkrijgt. Andere bepalingen van het reglement kunnen in het reglement op de gebruiker van toepassing worden verklaard.

Het hof oordeelt dat de huurders gelet op artikel 5:120 BW 2 gebonden zijn aan het HHR.

Hoge Raad

Na een oordeel van de kantonrechter en het gerechtshof ligt het geschil ter beslechting bij de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelt ten aanzien van de vraag of het HHR ook de huurders bindt als volgt:

Het in art. 5:120 lid 2 vermelde reglement is het reglement, bedoeld in art. 5:111 onder d en art. 5:112 BW; van een ander reglement in de genoemde en tussenliggende bepalingen is ook geen sprake.

Dat reglement is het splitsingsreglement, dat ingevolge art. 5:111, aanhef en onder d, opgenomen moet zijn in de splitsingsakte.

3.3.3 Het in de splitsingsakte opgenomen reglement mag - blijkens art. 5:111 onder d - weliswaar verwijzen naar een nauwkeurig aangeduid, in de openbare registers ingeschreven, modelreglement en hoeft derhalve niet alle van toepassing zijnde voorschriften zelf te bevatten, maar het hof heeft niet vastgesteld dat het reglement waarop [de verhuurder] zich beroept - het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de VvE op 26 februari 2002 - deel uitmaakt van het splitsingsreglement of enig modelreglement waarnaar in het splitsingsreglement wordt verwezen. Dat is door [de verhuurder] ook niet gesteld.

3.3.4 Nu het hof de veroordeling van [huurders] uitsluitend heeft doen steunen op zijn oordeel dat [huurders] ingevolge art. 5:120 lid 2 gebonden zijn aan het genoemde huishoudelijk reglement, welk oordeel blijkens het vorenstaande onjuist is, kan de bestreden uitspraak niet in stand blijven.

AVVR

Team

Datum

16 Feb 2012