0%

Gepubliceerd op: 24 Nov 2011

Huurder komt geen vergoeding van waardevermindering woning toe

De vraag of de verzoeker om planschadevergoeding een belanghebbende is bij de aanvraag komt regelmatig in de jurisprudentie terug, veelal indien de verzoeker een bedrijf is dat is ingebracht in of overgedragen aan een ander bedrijf. In de onderhavige zaak doet zich echter een andere situatie voor, namelijk dat een huurder van een woning om vergoeding vraagt van de waardevermindering van die woning ten gevolge van een planologische verandering.

Nadat burgemeester en wethouders van Gulpen-Wittem het verzoek afwijzen, maakt de huurder bezwaar. Dit bezwaar wordt ongegrond verklaard. Huurder stelt daartegen beroep in bij de rechtbank Maastricht (hierna: de rechtbank), die het beroep niet-ontvankelijk verklaart.

In hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) betoogt huurder dat de rechtbank, door te overwegen dat zij als huurder en bewoner van de woning geen rechtstreeks belang heeft bij de planologische verandering, heeft miskend dat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling het begrip belanghebbende ruim moet worden uitgelegd. Onder verwijzing naar twee uitspraken van de Afdeling van 19 juli 2006 in de zaken met nrs. 200508584/1 (LJN AY4268) en 200510441/1 (LJN AY4259) voert huurder aan dat degene die een zakenrechtelijke of verbintenisrechtelijke relatie heeft met het perceel waarop een verzoek om vergoeding van planschade betrekking heeft, belanghebbende is bij het besluit op dat verzoek. Volgens huurder volgt uit deze rechtspraak dat onder meer pachters en huurders belanghebbende zijn bij een dergelijk besluit.

Dit betoogt faalt. De rechtbank heeft volgens de Afdeling met juistheid overwogen dat huurder als huurder en bewoner van de woning geen rechtstreeks belang heeft bij de planologische verandering. Daarbij is in aanmerking genomen dat alleen een eigenaar rechtstreeks in zijn belang kan worden getroffen door waardedaling van zijn woning ten gevolgen van een planologische verandering. Anders dan huurder betoogt, geven de uitspraken van 19 juli 2006 geen blijk van een andere rechtsopvatting, reeds omdat in die zaken geen vergoeding van planschade is gevraagd door een huurder van een woning, maar door een exploitant van gehuurde bedrijfsbebouwing onderscheidenlijk een pachter van grond en in die zaken vergoeding is gevraagd voor onder meer inkomens- en omzetschade.

LJN BU5429, zaak nr. 201104987/1/H2, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 23 november 2011

Datum

24 Nov 2011