Op het moment van dit schrijven zijn al 48.000 aanvragen tot werktijdverkorting gedaan en ligt het betreffende onderdeel van de website van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid (“Ministerie SZW”) regelmatig plat.
Simpel gezegd vraagt een werkgever bij het Ministerie SZW online een vergunning tot werktijdverkorting aan. Na ontvangst van de vergunning ligt de werkgever het UWV daarover direct in. Na afloop van de vergunningsperiode vraagt de werkgever voor het betreffende personeel de tijdelijke WW-uitkering aan. Dit is dus in de zevende week (zie ook hieronder bij het derde vereiste) nadat de vergunning werd verkregen.
Nog even kort de drie vereisten voor het verkrijgen van de vergunning:
1. Minimaal 20% van de arbeidscapaciteit kan niet worden benut
Dit houdt in dat werknemers geheel of gedeeltelijk de overeengekomen arbeid of andere door de werkgever in redelijkheid aan de werknemer op te dragen arbeid niet kunnen verrichten. Werkgevers kunnen dus ook 100% werktijdverkorting aanvragen. Gezien de verplichte sluiting in bepaalde sectoren zal dit nu veel voorkomen.2. De reden voor het verminderd kunnen benutten van de arbeidscapaciteit is gelegen in buitengewone omstandigheden die redelijkerwijs niet tot het normale bedrijfsrisico behoren
Het Ministerie SZW heeft eerder al geoordeeld dat het Coronavirus hieronder valt. Tussen het Coronavirus en de werkvermindering dient een directe relatie te bestaan. Geen ontheffing wordt verleend als het Coronavirus (te) indirect of pas op langere termijn tot werkvermindering leidt.3. De verminderde arbeidscapaciteit duurt minimaal twee en maximaal 24 weken
De ontheffingsregeling kent een wachttijd van twee weken die ingaat na indiening van het verzoek. De ontheffing wordt verleend voor maximaal zes weken, maar kan vervolgens drie keer worden verlengd. In totaal kan de ontheffing dus maximaal 24 weken duren. Gedurende de ontheffing kunnen werknemers voor het (gedeeltelijke) verlies van de arbeidsomvang aanspraak maken op een (tijdelijke) WW-uitkering. Let op:- voor oproepkrachten met een 0-uren contract kan geen werktijdverkorting worden aangevraagd. Ook voor uitzendkrachten (met uitzendbeding) wordt vooralsnog geen werktijdverkorting verleend. De ABU heeft het kabinet echter gevraagd hier soepel mee om te gaan.
- de hoogte van een WW-uitkering is gemaximeerd tot het maximum dagloon én bedraagt 75 of 70% van het laatstverdiende loon. Op basis van een CAO of afspraak in een individuele arbeidsovereenkomst kan een werkgever verplicht zijn om dit aan te vullen tot 100% van het laatstverdiende loon, maar in veel gevallen is die verplichting er dus niet;
- de vergunning dient per rechtspersoon te worden aangevraagd.