Op 31 maart 2020 is de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (“NOW-regeling”) gepubliceerd. De aanleiding voor de NOW-regeling is de uitbraak van het coronavirus en de vergaande gevolgen daarvan voor de economie en de arbeidsmarkt in het bijzonder. Onderhavige situatie kan niet als een normaal ondernemersrisico worden bestempeld. Het doel van de NOW-regeling is dan ook om getroffen werkgevers via een subsidie te ondersteunen bij het zoveel mogelijk in dienst houden van werknemers. In dit artikel, dat continu aan de actualiteit wordt aangepast, worden onder meer de hoofdlijnen van de NOW-regeling, zoals wanneer hier aanspraak op kan worden gemaakt en welke informatie benodigd is voor het doen van een volledige aanvraag, zo praktisch mogelijk uiteengezet.
Vanaf wanneer en waar aanvraag indienen
Vanaf 6 april 2020 kan online via een formulier op de website van het UWV WERKbedrijf (“UWV”) een aanvraag worden ingediend:
https://www.uwv.nl/werkgevers/overige-onderwerpen/now. De aanvragen kunnen vanaf de opening van het online noodloket tot en met 31 mei 2020 worden ingediend.
Eerder is een werktijdverkortingsaanvraag (“WTV”) ingediend, maar hierop is nog geen beslissing ontvangen, wat nu?
In dat geval wordt de WTV-aanvraag gezien als een aanvraag onder de NOW-regeling. De werkgever wordt in de gelegenheid gesteld om de eerdere WTV-aanvraag aan te vullen. Daarbij dient het dossiernummer van de WTV-aanvraag te worden vermeld. Het UWV zal de betreffende werkgevers na publicatie van de NOW-regeling (op 31 maart 2020) verzoeken om de aanvraag aan te vullen.
Op dit moment wordt al gebruik gemaakt van de WTV
De WTV-aanvraag kan niet worden verlengd. Wel kan een aanvraag voor de NOW-regeling worden gedaan. Mocht daarbij samenloop optreden tussen de WW-uitkeringen en de NOW-subsidie, dan worden de WW-gelden in mindering gebracht op de NOW-subsidie. Op die manier worden doublures voorkomen.
Vereisten voor het ontvangen van de NOW-subsidie
1. Verwachte omzetdaling van minimaal 20%
Omzet
De werkgever dient een omzetdaling van minimaal 20% te verwachten. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen dan wordt de omzetdaling berekend op groeps-/concernniveau. Voor de definitie van omzet wordt aangesloten bij het jaarrekeningenrecht (artikel 2:377 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek). Dit betekent dat wordt uitgegaan van de netto-omzet, waarbij het gaat om “de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen.”
Op 1 mei 2020 is de op 22 april 2020 door de minister aangekondigde wijziging ten aanzien van individuele werkmaatschappijen gepubliceerd en per 5 mei 2020 in werking getreden. Op grond van deze wijziging heeft een werkmaatschappij soms toch recht op de NOW-subsidie, ondanks dat die werkmaatschappij onderdeel is van een concern waarvan de groepsomzet niet met minimaal 20% is gedaald. Deze wijziging geldt alleen voor concerns met een omzetverlies van minder dan 20%, voor concerns met een omzetverlies van minimaal 20% blijft de gewone NOW-regeling gelden.
Individuele werkmaatschappijen uit een hierboven bedoeld concern (minder dan 20% groepsomzetverlies) kunnen een subsidie aanvragen op basis van het omzetverlies van de werkmaatschappij dat wél minimaal 20% bedraagt, als aan de volgende extra voorwaarden wordt voldaan:
- de aanvraag wordt gedaan na 5 mei 2020;
- de activiteiten van de werkmaatschappij bestaan niet voor meer dan de helft uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten binnen de groep (geen personeels B.V. dus);
- de werkmaatschappij met 20 of meer werknemers moet (voor de aanvraag) een overeenkomst sluiten met betrokken vakbonden ten aanzien van werkbehoud. Indien geen sprake is van betrokken vakbonden, dient dit te gebeuren met bijvoorbeeld de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Bij werkmaatschappijen met minder dan 20 werknemers volstaat een akkoord van de vertegenwoordiging van werknemers (zoals een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging);
- het groepshoofd of de moedermaatschappij verklaart dat over 2020 geen dividend of bonussen worden uitgekeerd en dat geen eigen aandelen worden teruggekocht tot aan en inclusief de datum van de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening van 2020 wordt vastgesteld;
- andere entiteiten uit de groep mogen geen opdrachten uitvoeren die ten koste kunnen gaan van de werkmaatschappij die de aanvraag doet;
- aanvullende accountantscontrole.
Als in strijd wordt gehandeld met vereiste 4 dan wordt de subsidie op nihil gesteld. De consequentie van het niet voldoen aan vereiste 5 is dat een correctie plaatsvindt. De omzet wordt in dat geval bijgesteld naar de situatie waarbij niet in strijd zou zijn gehandeld met dat vereiste.
Meetmoment
De verwachte omzetdeling van minimaal 20% dient zich voor te doen over een periode van drie maanden waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maand maart, april of mei 2020. Het gaat dus om een aaneengesloten periode van drie maanden die valt in de periode van 1 maart tot en met 31 juli 2020. De omzet uit deze meetperiode wordt vervolgens vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019 gedeeld door vier. Het verschil in de omzetten over de twee hiervoor bedoelde periodes dient dus minimaal 20% te zijn.
Het kan zijn dat de gemiddelde omzet over 2019 niet representatief is, bijvoorbeeld door seizoen patronen of groei van de onderneming. Een correctie hiervoor is echter niet mogelijk. Reden hiervoor is de benodigde eenvoud van de NOW-regeling die noodzakelijk is om op zeer korte termijn veel aanvragen te kunnen behandelen.
2. Inspanningsverplichting behouden gelijke loonsom
De werkgever dient de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Het doel daarvan is dat de werkgever bijvoorbeeld geen afscheid neemt van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of werknemers die nog in de proeftijd zitten. Ook wil de minister hiermee voorkomen dat oproepkrachten minder worden opgeroepen c.q. uitbetaald dan gebruikelijk. Een daling van de loonsom heeft dan ook gevolgen voor de hoogte van de uiteindelijk door de werkgever te ontvangen subsidie.
De berekening van de mogelijke verlaging van de subsidie werkt als volgt. Het voorschot aan subsidie dat wordt verstrekt wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom over januari 2020. Als blijkt dat de loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020 lager is dan de loonsom over januari 2020, dan wordt de hoogte van de subsidie verminderd met 90% van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Als de werkgever de lonen doorbetaalt conform hetgeen in januari 2020 is betaald, dan tellen deze lonen mee bij de vaststelling van de subsidie. Als de werkgever minder betaalt dan kan dit dus leiden tot een terugvordering. Een hogere loonsom in de maanden maart tot en met mei 2020 leidt niet tot een verhoging van de subsidie.
Een rekenvoorbeeld dat door de minister wordt gegeven:
De omzetdaling is 100%. De loonsom over januari 2020 is € 200.000,--. Het verwachte subsidiebedrag is dus (90% van € 200.000,-) € 180.000,--. Het voorschot is dan (80% van € 180.000,-) € 144.000,-.
Stel de loonsom over de maanden maart tot en met april 2020 is gedaald naar € 110.000,--, bijvoorbeeld doordat oproepkrachten minder zijn opgeroepen dan wel doorbetaald, dan wordt de daling van de loonsom, maal 90%, afgetrokken van de uiteindelijke subsidie. Het uiteindelijke subsidiebedrag wordt dan dus € 180.000,-- minus (€ 90.000,-- maal 90%) = € 99.000,-- in plaats van € 180.000,--. Dit is een aanzienlijk verschil (€ 81.000,-).
In dat geval wordt dus € 45.000,-- teruggevorderd in plaats van dat een nabetaling van € 36.000,-- wordt gedaan als de loonsom gelijk was gebleven.
LET OP! De NOW-regeling is een noodmaatregel waarbij is gekozen voor een snelle en generieke regeling in plaats van een specifieke en waterdichte regeling. Dit betekent dat er “fouten” in de regeling kunnen staan en dat met bepaalde (onredelijke) uitkomsten van de regeling geen rekening is (en mogelijk ook niet zal worden) gehouden. Een van deze mogelijke fouten is de volgende.
Zoals in het bovenstaande uiteengezet wordt de hoogte van de subsidie berekend aan de hand van het sv-loon over januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart tot en met april 2020 lager uitvalt, dan vindt een correctie plaats, zoals ook uit bovenstaand rekenvoorbeeld van de minister blijkt. Wat hierbij echter opvalt, is dat bij de correctie geen rekening wordt gehouden met het percentage aan omzetdaling. Bij de initiële berekening van de subsidie wordt daar wél rekening mee gehouden. Dit kan tot vreemde uitkomsten leiden.
Allereerst zal de correctie in verhouding hoger zijn bij een kleinere omzetdaling, dan bij een hogere omzetdaling. Als de relatieve afname van de loonsom groter is dan het percentage aan omzetdaling dan is het bedrag aan correctie zelfs hoger dan de in totaal toe te kennen subsidie. In die gevallen zal de uiteindelijke vaststelling aan subsidie dus een negatief bedrag zijn. Op dit moment is onbekend hoe met deze onwenselijke uitkomst in de praktijk zal worden omgegaan. Alleen bij een omzetdaling van 100% staat de correctie volledig in verhouding.
Daarnaast biedt de NOW-regeling geen mogelijkheid om rekening te houden met bijvoorbeeld in januari 2020 uitgekeerde bonussen of een 13
e maand. Een werkgever kan er in die gevallen natuurlijk wel vooraf rekening mee houden dat de uiteindelijke vaststelling van de subsidie lager zal zijn, omdat de loonsom in de maanden maart tot en met april 2020 in dat geval lager is dan de loonsom in januari 2020.
Misschien dat de regeling op dit punt nog wordt aangepast. Houd daarvoor onze updates op de helpdesk in de gaten. Zolang er geen wijziging plaatsvindt is het in ieder geval raadzaam voor werkgevers om met het bovenstaande rekening te houden.
3. Geen ontslagaanvraag bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen
Deze eis houdt concreet in dat de werkgever in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 geen ontslagaanvraag bij het UWV mag indienen wegens bedrijfseconomische redenen. Ontslagaanvragen gedaan in de periode van 18 maart tot en met inwerkingtreding van de NOW-regeling kunnen binnen vijf werkdagen na inwerkingtreding van de NOW-regeling worden ingetrokken. Ontslagaanvragen ingediend na inwerkingtreding dienen binnen vijf werkdagen na indiening te worden ingetrokken.
Deze voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen ingediend in de periode van 1 tot en met 17 maart 2020, nu de vereisten van de NOW-regeling toen nog niet bekend waren.
Het niet voldoen aan deze voorwaarde heeft gevolgen voor de hoogte van de subsidie. Kort gezegd wordt het loon van de werknemer(s) waarvoor ontslag is aangevraagd vermeerderd met 50% en vervolgens in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.
Per kamerbrief van 3 april 2020 heeft minister Koolmees laten weten dat het UWV bij de uitoefening van haar ontslagtaak de NOW-regeling wel zal meewegen. Dit houdt in dat een werkgever bij een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen gemotiveerd aannemelijk zal moeten maken dat het ontslag niet kan worden voorkomen met een beroep op de NOW-regeling.
Het is dus wel toegestaan om gedurende de subsidieperiode met een werknemer bijvoorbeeld een beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden overeen te komen, ontslag bij het UWV aan te vragen vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid of de kantonrechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden op één van de andere wettelijke redelijke gronden voor ontslag. Deze ontslagen in de subsidieperiode kunnen wel van invloed zijn op de hoogte van de loonsom en daarmee op de hoogte van de subsidie.
Duur en hoogte subsidie
Duur
De subsidie wordt verstrekt voor de loonkosten over de periode maart tot en met mei 2020. Voor 1 juni 2020 wordt beslist of de NOW-regeling met nog eens drie maanden wordt verlengd. Bij een verlenging kunnen nadere voorwaarden aan de NOW-regeling worden gesteld. Hierdoor kan het dus zo zijn dat terwijl aan dezelfde voorwaarden wordt voldaan, voor de loonkosten over de periode maart tot en met mei 2020 wel een subsidie is verkregen, maar over de periode van juni tot en met augustus 2020 niet.
Hoogte subsidie
De maximale hoogte van de subsidie is 90% van de totale loonsom. Alleen bij een omzetdaling van 100% wordt een subsidie van 90% van de loonsom toegekend. Is de omzetdaling lager dan wordt de subsidie evenredig lager vastgesteld. Een paar voorbeelden:
Omzetdaling |
Subsidie |
25% |
22,5% |
50% |
45% |
60% |
54% |
100% |
90% |
Loonsom
In beginsel wordt de subsidie gebaseerd op de loonsom van januari 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% (afhankelijk van de omzetdaling) van die loonsom. Uitgegaan wordt van het sociale verzekeringsloon (“sv-loon”) uit tegenwoordige dienstbetrekkingen. Ook werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiegeld worden gecompenseerd. Omwille van de uitvoerbaarheid van de NOW-regeling is er voor gekozen om een forfaitaire opslag van 30% voor werkgeverslasten te hanteren. Voor veelverdieners wordt geen subsidie verstrekt. Dit betekent dat het maximale bruto loon per maand per werknemer waarvoor een subsidie kan worden verkregen € 9.538,-- bedraagt. Daarbij gaat het om de hoogte van het loon over het aangiftetijdvak waarover het voorschot wordt vastgesteld. In beginsel is dat dus januari 2020.
De subsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten van de maanden maart tot en met mei 2020. Ook als ervoor wordt gekozen om de omzetdaling te berekenen over bijvoorbeeld de periode april tot en met juni 2020, wordt de subsidie verstrekt voor de loonkosten over de maanden maart tot en met mei 2020. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt dan ook gekeken naar de loonsom over deze drie maanden. Als de loonsom lager blijkt dan de loonsom zoals gebruikt bij de bevoorschotting, bijvoorbeeld omdat werknemers niet meer in dienst zijn of omdat zij minder zijn opgeroepen/betaald, wordt de subsidie lager vastgesteld. Het doel van de NOW-regeling is immers behoud van werkgelegenheid. Zie voor een nadere uitleg hierover hetgeen is opgenomen onder het kopje “2. Inspanningsverplichting behouden gelijke loonsom” van dit artikel.
Weigeringsgronden verlenen subsidie
Als weigeringsgronden voor het verlenen van de subsidie worden in de NOW-regeling expliciet genoemd dat:
- niet of onvoldoende aannemelijk is dat de omzetdaling minimaal 20% zal zijn
- het opgegeven bankrekeningnummer niet correspondeert met het loonheffingennummer en de daaraan verbonden rekeninggegevens
- geen loongegevens beschikbaar zijn in de polisadministratie van de werknemersverzekeringen over de aangiftetijdvakken:
- eerste aangiftetijdvak 2020, of
- november 2019 dan wel loonperiode 12 van 2019, of
- als geen sprake is van een loonaangiftetijdvak van een maand of vier weken wordt het loon per werknemer herleid naar een loon per aangiftetijdvak van een maand
- de aanvraag anderszins niet voldoet aan de in de NOW-regeling gestelde eisen
Verplichtingen werkgever bij het ontvangen van de subsidie
Op grond van de NOW-regeling worden aan de werkgever aan wie de subsidie wordt verleend de volgende verplichtingen opgelegd:
- het zoveel mogelijk gelijk houden van de loonsom
- een verbod op het aanvragen van ontslag wegens bedrijfseconomische redenen bij het UWV vanaf 18 maart 2020 gedurende de gehele subsidieperiode
- de subsidie wordt uitsluitend aangewend voor de betaling van de loonkosten
- de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging informeren over de subsidieverlening en indien die niet zijn ingesteld het infomeren van de werknemers
- het voeren van een zodanig controleerbare administratie dat achteraf controle plaats kan vinden of de subsidie terecht is verstrekt. De werkgever verleent desgevraagd tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie inzage in deze administratie
- het doen van loonafgiftes op de voorgeschreven momenten
- het doen van een onverwijlde schriftelijke melding als niet langer aan de vereisten voor de subsidie wordt voldaan
- een definitieve opgave van de omzetdaling na afloop van de subsidieperiode voorzien van een accountantsverklaring. NB: Er wordt naar gestreefd om binnen vier weken na 31 maart 2020 duidelijkheid te geven onder welke grens geen accountantsverklaring is vereist
De subsidie kan worden teruggevorderd als blijkt dat de werkgever niet aan deze verplichtingen voldoet of heeft voldaan.
Let op! Ook kan de subsidievaststelling ten nadele van de werkgever worden gewijzigd of ingetrokken als blijkt dat de werkgever niet heeft voldaan aan het doel van de NOW-regeling. Het doel is om werkgevers tegemoet te komen die een acute terugval in omzet ervaren door het coronavirus, zodat zij werknemers in dienst kunnen houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van een terugval in omzet.
Wanneer betaalt het UWV het voorschot?
Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Nadat positief op de aanvraag is beslist zal het UWV overgaan tot betaling van een voorschot van 80% van de subsidie. De betaling van het voorschot zal in drie termijnen plaatsvinden. In de praktijk streeft het UWV er echter naar om de eerste termijn van het voorschot al te betalen binnen 2 - 4 weken na ontvangst van een volledige aanvraag.
Praktische zaken rondom de aanvraag
- Bij de aanvraag dient onder meer de volgende informatie te worden verstrekt:
- procentueel verwachte omzetdaling
- drie maanden periode waarover de omzetdaling is berekend
- loonheffingennummer
- bankrekeningnummer waarop betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen worden ontvangen
- indien eerder een WTV-aanvraag is ingediend waarop nog niet is beslist: het dossiernummer van die aanvraag
- De aanvraag dient per loonheffingennummer te worden gedaan en kan slechts éénmaal per loonheffingennummer worden ingediend. Het is dus niet mogelijk een eenmaal gedane aanvraag later aan te passen
- Voor de omzetdaling dient zoals gezegd de omzetdaling over het gehele concern te worden berekend. Alsnog dient wel per loonheffingennummer een aanvraag te worden ingediend. Dit houdt in dat op deze verschillende aanvragen (per loonheffingennummer) wel dezelfde omzetdaling en drie maanden periode waarover deze daling is berekend wordt gehanteerd
- Binnen 24 weken na afloop van de drie maanden periode waarover de omzetdaling is berekend dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. Direct na een positieve beslissing op de aanvraag kan dit dus worden geagendeerd. Het UWV beslist vervolgens binnen 52 weken na ontvangst van deze vaststellingsaanvraag. De uiteindelijke vaststelling kan betekenen dat een deel van (het voorschot van) de subsidie moet worden terugbetaald of juist dat nabetaling volgt
Tot slot
Meer informatie over het coronavirus en juridische zaken
vindt u hier.