Terinzagelegging
Bestuursorganen moeten een ontwerpbestemmingsplan inclusief de daarop betrekking hebbende stukken gedurende zes weken ter inzage leggen (artikel 3:8 lid 1 Wro jo. 3:11 Awb). Gedurende de terinzagelegging kunnen zienswijzen worden ingediend. Voor de terinzagelegging geldt het volgende:- het ontwerpbestemmingsplan dient in beginsel in papier aanwezig te zijn op het gemeentehuis;
- het is mogelijk dat een ontwerpbestemmingsplan digitaal op het gemeentehuis kan worden ingezien, eventueel met behulp van een gemeenteambtenaar (ABRvS, 31 juli 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:2612);
- het uitsluitend digitaal beschikbaar stellen van een ontwerpbestemmingsplan is onvoldoende (artikel 2:14 Awb).
Formeel gebrek?
Wat nu te doen als het gemeentehuis is gesloten en de termijn van terinzagelegging nog niet voorbij is? In beginsel is sprake van een formeel gebrek indien het ontwerpbestemmingsplan niet zes weken ter inzage wordt gelegd. Uit een uitspraak van de Afdeling van 12 augustus 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:2592) blijkt dat met name aan de laatste dag van de wettelijke termijn belangrijke betekenis wordt toegekend. In verband met het coronavirus is het nu nog onduidelijk wanneer de gemeentehuizen weer toegankelijk zijn. Niet in alle gevallen zullen de ontwerpbestemmingsplan op de laatste dag van de termijn kunnen worden ingezien op het gemeentehuis.Kan het gebrek worden gepasseerd met artikel 6:22 Awb?
De vraag is of het formele gebrek van het schenden van de terinzagelegging kan worden gepasseerd met artikel 6:22 van de Awb. Dat artikel houdt in dat een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, in stand kan worden gelaten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld. In uitspraken van de Afdeling van 30 oktober 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:1739) en 2 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2071) oordeelt de Afdeling dat een termijn van terinzagelegging van vijf weken kan worden gepasseerd met artikel 6:22 van de Awb, nu daardoor aannemelijk is dat belanghebbenden niet in hun belangen zijn geschaad. In de uitspraak van 2 augustus 2017 overwoog de Afdeling het volgende:“27.3. De Afdeling ziet evenwel aanleiding om dit gebrek te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Awb. Daartoe overweegt de Afdeling dat [appellant sub 8] niet is benadeeld nu hij tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht over het ontwerpplan. Niet aannemelijk is dat andere belanghebbenden vanwege de gebrekkige terinzagelegging zijn benadeeld. Hierbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de raad kennis heeft gegeven van het ontwerpplan, het ontwerpplan en de daarbij behorende stukken in ieder geval vijf weken in te zien waren op het gemeentehuis en aangenomen mag worden dat deze eventuele andere belanghebbenden een zienswijze naar voren zouden hebben gebracht waarin zou zijn gewezen op het niet kunnen inzien van het ontwerpplan gedurende de gehele termijn van terinzagelegging, dan wel dat zij beroep zouden hebben ingesteld indien zij in zoverre bezwaren zouden hebben gehad.”
Kortom, een gebrek in de terinzagelegging van een ontwerpbestemmingsplan lijkt niet per definitie de vernietiging van het bestemmingsplan tot gevolg te hebben indien:- een ontwerpbestemmingsplan met bijbehorende stukken minimaal vijf weken op het gemeentehuis kan worden geraadpleegd;
- van de zakelijke inhoud van het ontwerpbestemmingsplan kennis is gegeven in nieuws-, huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- én in de kennisgeving wordt vermeld:
- waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen;
- wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen;
- op welke wijze dit kan geschieden.