Sinds de (gefaseerde) invoering van de Wet Werk en Zekerheid en de Wet doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd gelden er speciale regels voor deze groep werknemers. Op 11 februari 2016 informeerden wij u hier al over via het artikel: “Wat u moet weten over de pensioengerechtigde werknemer”. In de praktijk ontvangen wij regelmatig vragen over AOW-gerechtigde werknemers. De twee meest gestelde vragen zien op de pensioenopzegging en het pensioenontslagbeding.
Vragen uit de praktijk
- Dient de arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde werknemer eerst te worden opgezegd zodat er daarna een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten?
- In de arbeidsovereenkomst is een pensioenontslagbeding opgenomen, wat nu?
1. Pensioenopzegging
De wet biedt de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde werknemer op te zeggen wegens het bereiken van de AOW-leeftijd, zonder dat daarvoor toestemming van het UWV of ontbinding door de kantonrechter is vereist (hierna: “pensioenopzegging”). De pensioenopzegging vormt uiteraard geen verplichting. Een werkgever is dus niet verplicht om de arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde werknemer op te zeggen. Bij de pensioenopzegging is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd. De pensioenopzegging mag één keer worden gebruikt en geldt alleen als de betreffende arbeidsovereenkomst vóór het bereiken van de AOW-leeftijd (of anders overeengekomen pensioenleeftijd) is aangegaan. Als de werknemer door wenst te werken na het bereiken van de AOW-leeftijd en dit ook voor de werkgever een wenselijk scenario is dan kan de werkgever ervoor kiezen om:- de arbeidsovereenkomst door te laten lopen; of
- de arbeidsovereenkomst op te zeggen (pensioenopzegging) en een nieuwe arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd) overeen te komen.