0%

Gepubliceerd op: 29 Sep 2017

De 5 criteria om belanghebbende te kunnen zijn in het bestuursrecht

De 5 criteria om belanghebbende te kunnen zijn in het bestuursrecht
Zonder ‘belanghebbende’ te zijn in het bestuursrecht valt er niets te beginnen tegen een besluit van een bestuursorgaan. In de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken als belanghebbende wordt gezien. Een geadresseerde van een besluit is daarom (bijna) altijd een belanghebbende. Denk bijvoorbeeld aan de aanvrager van een omgevingsvergunning of degene aan wie een handhavingsbesluit is gestuurd. Maar er zijn ook anderen, zogenoemde ‘derde-belanghebbenden’, die belang kunnen hebben bij een besluit. In de rechtspraak zijn vijf criteria ontwikkeld om in de meeste gevallen te kunnen beoordelen of sprake is van een belanghebbende.

1. Eigen belang

In het bestuursrecht kan een persoon slechts opkomen voor zijn eigen belangen en in beginsel niet voor de belangen van een derde. Een goed voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ABRS) van 26 september 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BB4343). In dit geval gaat het om een voormalig eigenaar van een pand die ten behoeve van de nieuwe eigenaar een vergunning heeft aangevraagd met als doel het gebruik van het pand te wijzigen. Hier is geen sprake van eigen belang waardoor de voormalig eigenaar niet gezien wordt als belanghebbende.

2. Persoonlijk belang

Vervolgens dient het belang persoonlijk van aard te zijn, om te voorkomen dat telkens een te grote hoeveelheid belanghebbenden betrokken is bij elk besluit dat door een bestuursorgaan wordt genomen. De belanghebbende dient zich daarom voldoende te onderscheiden van de personen die niet als belanghebbenden worden gezien. Uit een uitspraak van de ABRS van 13 juni 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BW8167) blijkt dat appellante onvoldoende persoonlijk belang heeft nu zij werkt bij een bedrijf dat in de buurt is gelegen van een perceel waarvoor een vergunning is verkregen tot het exploiteren van een coffeeshop. Het argument dat de vrouw bang is om in het donker gebruik te maken van de parkeergarage onderscheidt haar niet voldoende van anderen mensen die de garage gebruiken.

3. Objectief bepaalbaar belang

Het belang moet daarnaast ook objectief te bepalen zijn en dus niet alleen subjectief zijn. Een belang dat alleen bestaat in de belevingswereld van een persoon levert niet voldoende grond op om als belanghebbende te worden gezien. In de uitspraak van de ABRS van 22 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3812) gaat het om een vergunning die is verleend voor het organiseren van een jaarlijks terugkerend, driedaags, popfestival. Appellante woont op 3,2 kilometer afstand van het festivalterrein. Het staat vast dat appellante geluid kan horen dat afkomstig is van dit festival. De Afdeling oordeelt echter dat niet aannemelijk is geworden dat appellante, naar objectieve maatstaven gemeten, als gevolg van het festival gevolgen van enige betekenis ondervindt. Omtrent het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ heerste tot voor kort overigens enige onduidelijkheid in de rechtspraktijk. Met de uitspraak van 23 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2271) heeft de ABRS hierin verandering gebracht. De Afdeling heeft overwogen dat niet van gevolgen ‘van enige betekenis’ sprake is  in situaties waarin de gevolgen van de activiteit wel aanwezig zijn, maar deze dermate kleinschalig zijn dat geen sprake is van een persoonlijk belang bij het besluit. De ABRS bepaalt in onderliggende uitspraak dat hierbij de volgende zaken in ogenschouw dienen te worden genomen:
  • de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling en milieugevolgen van de activiteit die het besluit toestaat, zo nodig in hun onderlinge samenhang;
  • de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen;
  • milieugevolgen die zijn genormeerd (door bijvoorbeeld een afstandseis, grenswaarde of contour) zijn niet bepalend;
  • de aard van het besluit kan invloed hebben op de kring van belanghebbenden.

4. Actueel en voldoende zeker belang

Een persoon wordt slechts als belanghebbende beschouwd indien hij ten tijde van het genomen besluit een duidelijk, actueel belang heeft. Een belang dat onzeker of in de toekomst gelegen is, is onvoldoende. Ter illustratie de uitspraak van de ABRS van 29 december 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BO9211). Het gaat hier om de situatie waarin de gemeente aan X een vergunning verleent tot het splitsen van een pand dat X in eigendom heeft. Appellant huurt een verdieping in dit pand, waarin hij woont, en heeft bezwaar gemaakt tegen de verleende splitsingsvergunning. Appellant voert onder meer aan dat een mogelijk gevolg van de splitsing is dat zijn huurovereenkomst wordt opgezegd en hij daarom beschouwd moet worden als belanghebbende. Bovendien voert hij aan dat hij van plan zou zijn in de toekomst de woning te kopen. Deze omstandigheden leiden er volgens de Afdeling niet toe dat sprake is van een actueel en voldoende zeker belang.

5. Direct geraakt belang

Ten slotte moet sprake zijn van een belang dat direct geraakt is. Wat hiermee bedoeld wordt is dat er voldoende mate van causaal verband aanwezig moet zijn tussen het genomen besluit en het belang van de persoon in kwestie. Het geval dat X een financieel belang heeft bij het toewijzen van een subsidie aan Y, maakt in beginsel niet dat X direct in zijn belang is geraakt. Het betreft hier een van Y afgeleid belang. Zo blijkt uit de uitspraak van de ABRS van 19 september 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX7724).

AVVR

Team

Datum

29 Sep 2017