Afgelopen maand heeft de Eerste Kamer een voor de incassopraktijk belangrijk wetsvoorstel aangenomen: het wetsvoorstel voor de buitengerechtelijke incassokosten. Zoals ik al eerder schreef*, wordt met deze wet voornamelijk beoogd consumenten te beschermen tegen al te hoge incassokosten. Ten opzichte van het wetsvoorstel dat ik in mijn vorige publicatie heb besproken, zijn een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Een tipje van de sluier licht ik alvast op: u kunt voordeel behalen door goede algemene voorwaarden!
In de wet wordt vastgelegd dat de minister door middel van een zogenoemde Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), de hoogte van de incassotarieven kan bepalen. Bij de wet is tevens direct een AMvB gevoegd, waarin aan de hand van een staffel wordt bepaald welke incassokosten maximaal in rekening kunnen worden gebracht.
De staffel ziet er als volgt uit (Hoogte vordering/Max. percentage/Max. incassokosten (totaal):
- Tot € 2.500,00 / 15% / € 375
- Over de volgende € 2.500,00 / 10% / € 625
- Over de volgende € 5.000,00 / 5% / € 875
- Over de volgende € 190.000,00 / 1% / € 2.775
- Over het meerdere / 0,05% / € 6.775
Verplichte aanmaning bij consumenten
Als de schuldenaar een consument is, kunnen de incassokosten pas worden gevorderd, nadat hij eerst schriftelijk is aangemaand tot betaling en hem daarin een aanvullende betaaltermijn van 14 dagen is gegeven. Pas daarna kunnen de incassokosten worden gevorderd. Oftewel: als in de overeenkomst een betaaltermijn van 30 dagen is opgenomen, kunnen (bij een aanmaning op de 31e dag) pas na tenminste 44 dagen buitengerechtelijke incassokosten worden gevorderd. Dat betekent dat de consument, óók als hij in verzuim is, nog niet direct gehouden is de incassokosten te vergoeden. Als de schuldenaar geen consument is, is de aanmaning niet verplicht en zijn de incassokosten direct na het vervallen van de afgesproken betaaltermijn verschuldigd. In het oorspronkelijke wetsvoorstel werden slechts wettelijke incassokosten voorgeschreven voor vorderingen tot € 25.000,00; vorderingen die dat bedrag overstegen, vielen niet onder het voorstel. In de nieuwe wet is dat echter losgelaten: daarin is bepaald dat álle geldvorderingen die voortvloeien uit een overeenkomst, onder deze wet vallen. De wet is niet van toepassing op vorderingen tot vergoeding van schade. Dat komt doordat de hoogte van de schade vaak onduidelijk is. Alleen als partijen overeenstemming hebben bereikt over de hoogte van de schade, is de staffel ook op schadevergoedingsvorderingen van toepassing.Praktijk
Voor de consument is de wet goed nieuws. Hij kan immers niet meer geconfronteerd worden met – afgezet tegen de hoogte van de vordering – aanzienlijke incassotarieven. Dat wordt versterkt door het feit dat de wet voor consumenten van ‘dwingend recht’ is: iedere afwijking, bijvoorbeeld in algemene voorwaarden, ten nadele van de consument, is in strijd met de wet en daardoor nietig. Voor bedrijven en incassobureaus kleven er echter zowel voor- als nadelen aan de wet. Een groot voordeel is dat rechters de incassokosten, voor zover ze in lijn zijn met de staffel, niet meer kunnen afwijzen. Rechters wezen gevorderde incassokosten vaak af, omdat de eisers niet konden aantonen dat zij die kosten ook daadwerkelijk hadden gemaakt, naast de proceskosten. Dat mag nu niet meer: rechters dienen de wettelijke incassokosten altijd toe te wijzen, als dat in een procedure wordt geëist. Een belangrijk nadeel is wel dat de wettelijke incassokosten in veel gevallen niet kostendekkend zijn. Zeker bij relatief lagere vorderingen zijn de incassokosten vaak hoger dan de maximale incassokosten, bijvoorbeeld wanneer een incassobureau moet worden ingeschakeld.Afwijking mogelijk in B2B-verhouding
Maar niet te snel getreurd: de wettelijke incassokosten zijn alleen van dwingend recht bij consumenten. Bij iedereen die handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf (daaronder vallen ook eenmanszaken), kan worden afgeweken van de wettelijke regeling. Oftewel: in business-to-business verhoudingen kunt u nog steeds hogere incassokosten overeenkomen. Let er dan ook op dat u in uw algemene voorwaarden helder verwoordt dat de debiteur een hogere incassovergoeding verschuldigd is bij niet-tijdige betaling. Daarnaast dient u goed vast te leggen dat:- de algemene voorwaarden deel uitmaken van de overeenkomst (verwijs hiernaar in de offerte en de overeenkomst en vermeld de algemene voorwaarden op uw facturen), en
- de debiteur kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden. Daarvoor dient u vóór of uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst de algemene voorwaarden te overhandigen aan de debiteur; tevens dient u de debiteur dan schriftelijk te laten verklaren dat hij de algemene voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst heeft ontvangen, daarvan kennis heeft genomen en daarmee instemt.