Per 1 januari 2012 treedt naar verwachting het nieuwe Bouwbesluit in werking. Ondanks (of dankzij) de vermindering van het aantal voorschriften met 30%, wordt gesteld dat het Bouwbesluit 2012 een aanmerkelijke verbetering inhoudt. In het hiernavolgende ga ik kort in op de voor aannemers en ontwikkelaars belangrijkste niet-technische wijzigingen.
Als oplossing voor de aanpak van de leegstand van kantoren wordt in de politiek te pas en te onpas genoemd dat kantoorruimte moet worden verbouwd tot woonruimte. Een veelgehoorde klacht bij hergebruik van bijvoorbeeld kantoorgebouwen (als woonruimte) is dat daarvoor eerst een ontheffing van de gemeente moet worden verkregen. Daar komt nog een probleem bij, namelijk dat moet worden voldaan aan de voorschriften voor nieuwbouw, hetgeen een dermate grote investering vereist dat de functieverandering maar achterwege wordt gelaten.
De eisen voor verbouwingen zijn met het Bouwbesluit 2012 duidelijker geworden. Het ‘verbouwniveau ’ is nu zonder tussenkomst van de gemeente vast te stellen. Hierdoor is de indiener niet meer afhankelijk van de gemeente voor het verkrijgen van een ontheffing of het afwijken van het nieuwbouwniveau.
Personenbenadering in plaats van bezettingsgraadklasse
In het Bouwbesluit 2003 wordt uitgegaan van bezettingsgraadklassen. Dat zijn klassen die de bezettingsgraad van een gebruiksoppervlakte en de bezettingsgraad van een vloeroppervlakte aan verblijfsgebied aangeeft. De bezettingsgraadklassen zijn bedoeld om gradaties aan te brengen in de zwaarte van de toe te passen voorschriften.
In het Bouwbesluit 2012 wordt anders met het aantal personen in de ruimte omgegaan. De bezettingsgraadklassen, die als ingewikkeld en abstract worden ervaren, zijn vervangen door een personenbenadering. Het niveau van eisen verandert dus niet meer met het veranderen van de bezettingsgraadklasse. De nieuwe eisen houden rekening met het werkelijke aantal personen dat in (een gedeelte van) het gebouw aanwezig kan zijn.
Buitenruimte en buitenberging
Tot 2003 was het verplicht om bij nieuw te bouwen woningen een buitenruimte, zoals een balkon of dakterras, en buitenberging te realiseren. Dat is met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2003 komen te vervallen.
Per 1 januari 2012 is deze verplichting weer teruggekomen. Voor beide ruimtes zal een minimum oppervlaktemaat gesteld worden, ongeacht de omvang van de woning. Onder voorwaarden, bij kleinere woningen, mag zowel de buitenruimte als de buitenberging een gemeenschappelijke ruimte zijn.
Gebruik en slopen
De bouw-, sloop- en gebruiksvoorschriften staan tot nu toe verspreid over een aantal algemene maatregelen van bestuur en alle gemeentelijke bouwverordeningen.
Met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 wordt dit teniet gedaan. Door alle voorschriften samen te voegen in het Bouwbesluit 2012 ontstaat er een betere samenhang tussen de voorschriften, verbetert de toegankelijkheid ervan voor de gebruikers en is er minder regeldruk. Zo wordt de sloopvergunningplicht uit de gemeentelijke bouwverordening vervangen door een combinatie van algemene regels en een sloopmeldingsplicht, terwijl ook de informatieverplichtingen voor het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden zijn beperkt.
Conclusie
Is het Bouwbesluit 2012 dan alleen maar Hosanna, voor zover al daarvan kan worden gesproken? Nee. Het Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB) heeft berekend dat de bouwkosten van woongebouwen en kantoren stijgen door het nieuwe Bouwbesluit. Volgens BDB stijgt de kostprijs van een portiekwoning gemiddeld met 0,3 procent, die van een galerijwoning met 0,2 procent en die van een eengezinswoning met 0,1 procent. Ook het bouwen van een kantoor is vanaf 2012 0,1 procent duurder. Of die kosten te verhalen zijn op de eindgebruiker, is onder de huidige marktomstandigheden moeilijk te zeggen.