Heeft u last van klanten die niet betalen? In dit artikel kunt u lezen wat u daaraan kunt doen.
Stap 1
Stuur een ingebrekestelling. Dat is een aanmaning waarin het volgende is vermeld:- een verwijzing naar de openstaande factuur en de eventuele betalingsherinneringen die u al heeft gestuurd;
- het verzoek om alsnog binnen veertien dagen te betalen;
- de waarschuwing dat als er niet alsnog wordt betaald, het factuurbedrag zal worden verhoogd met incassokosten en wettelijke rente. Stuur de aanmaning per aangetekende post of aangetekende e-mail. Bewaar de aanmaning en de ontvangstbevestiging, zodat u kunt bewijzen dat de klant de aanmaning heeft ontvangen.
Stap 2
Leidt de aanmaning niet tot betaling, dan heeft u 5 opties.Optie 1: zekerheid voor betaling vragen
U kunt bij uw klant informeren waarom hij niet betaalt. Wellicht zit hij in een moeilijke periode waardoor hij tijdelijk niet kan betalen, maar verwacht hij op termijn wel weer te kunnen betalen. Mogelijk is uw klant bereid om u zekerheden te verstrekken. Dan weet u zeker dat u op een later moment alsnog wordt betaald. Er zijn verschillende manieren om zekerheid te stellen, zoals:- een borgstelling door een ander;
- een ander hoofdelijk mee laten tekenen voor de schuld;
- het vestigen van een pandrecht op roerende zaken van uw klant (zie dit artikel voor meer informatie hierover);
- het vestigen van een pandrecht op vorderingen van uw klant (zie dit artikel voor meer informatie hierover);
- het vestigen van een hypotheekrecht op een onroerende zaak van uw klant;
- het stellen van een bankgarantie;
- etc.
Optie 2: Onderzoek of u gebruik kunt maken van een bestaand zekerheidsrecht
Is uw klant niet bereid om aanvullende zekerheid te stellen, dan zijn er wellicht zekerheidsrechten waarop u zich kunt beroepen zonder de medewerking van uw klant. Denk bijvoorbeeld aan de volgende situaties:- heeft u onder eigendomsvoorbehoud zaken aan uw klant geleverd? Dan kunt u de zaken die u heeft geleverd, mogelijk terugvorderen als uw klant niet betaalt;
- heeft u roerende zaken aan uw klant geleverd, maar geen eigendomsvoorbehoud afgesproken? Wellicht kunt u zich beroepen op het recht van reclame;
- heeft u niet alleen een vordering op uw klant, maar moet u uw klant ook nog een bedrag betalen? Dan kunt u zich mogelijk beroepen op verrekening;
- bent u nog voor uw klant aan het werk? Dan kunt u uw werkzaamheden wellicht opschorten totdat de betalingsachterstand is ingelopen.
Optie 3: Gerechtelijke procedure
U kunt betaling afdwingen door een gerechtelijke procedure op te starten. Daarvoor moet een dagvaarding worden opgesteld en uitgebracht. Voordat de gerechtelijke procedure daadwerkelijk wordt gestart, zal nog een laatste sommatiebrief aan de klant worden gestuurd. Daarbij kan eventueel ook de conceptdagvaarding als bijlage wordt meegestuurd. Op die manier wordt de druk opgevoerd waardoor de klant mogelijk alsnog gaat betalen. Blijft betaling uit, dan kan de dagvaarding worden uitgebracht en de gerechtelijke procedure worden opgestart. U kunt dit eventueel combineren met het leggen van conservatoir beslag (zie hierna optie 4). Het nadeel van een gerechtelijke procedure is dat het vaak lang duurt voordat de rechter een vonnis wijst. Daarnaast kan een gerechtelijke procedure kostbaar zijn. Van tevoren is het vaak lastig om te bepalen hoe lang de procedure zal gaan duren en met welke kosten rekening moet worden gehouden.Optie 4: Conservatoir beslag leggen
Een andere manier om de druk op te voeren, is door het leggen van conservatoir beslag. Dat mag alleen met verlof (toestemming) van de rechter. Een advocaat kan dit verlof vragen door een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. Nadat het verlof is verleend, kan conservatoir beslag worden gelegd. Het is mogelijk om beslag leggen op verschillende goederen, zoals:- onroerende zaken zoals een woning, een bedrijfspand, etc. Nadat de klant in een gerechtelijke procedure is veroordeeld tot betaling, kunt u die laten veilen waarna uw vordering wordt betaald uit de opbrengst;
- roerende zaken zoals inboedel, voorraden, voertuigen, etc. Ook die kunt u (nadat de klant is veroordeeld tot betaling) laten veilen waarna uw vordering wordt betaald uit de opbrengst;
- onder debiteuren van uw klant. In dat geval mag die debiteur niet meer aan uw klant betalen. In plaats daarvan moet de debiteur het bedrag dat hij aan uw klant verschuldigd is, onder zich houden. En als uw klant is veroordeeld tot betaling, moet de debiteur het geld aan u betalen;
- op bankrekeningen. Het banksaldo op het moment van de beslaglegging wordt dan bevroren zodat uw klant de gelden niet meer kan gebruiken. Nadat de klant is veroordeeld tot betaling, worden de gelden door de bank aan u uitgekeerd;
- etc.