0%

Gepubliceerd op: 19 Nov 2011

Adviezen van deskundige worden in twijfel getrokken

Partijen die in bestuursrechtelijke geschillen zonder juridische bijstand procederen, hebben vaak de neiging de adviezen van een door een bestuursorgaan benoemde of ingehuurde deskundige in twijfel te trekken, zonder te beschikken over deskundig tegenadvies dan wel goed onderbouwde, door feiten ondersteunde argumenten. In de onderhavige zaak is dat niet anders. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) maakt daar (opnieuw) korte metten mee.

Een eigenaar van een perceel met woning te Wateringen heeft verzocht om vergoeding van schade, veroorzaakt door het bestemmingsplan “N211/N54/N222 (Veilingroute)/c.a.”, waarbij realisering van de provinciale weg N211 mogelijk is gemaakt, waardoor de waarde van de woning is gedaald als gevolg van grotere geluidsbelasting.

De gemeenteraad van de gemeente Westland heeft het verzoek ter advisering voorgelegd aan de SAOZ, die in februari 2000 en op 28 februari 2001 heeft geadviseerd het verzoek af te wijzen, omdat realisering van de N211 niet tot een planologisch nadeliger situatie heeft geleid. De verkeersintensiteit op de nabij het perceel gelegen Heulweg zal namelijk, uitgaande van een verkeersintensiteit op de N211 van 34.000 motorvoertuigen per etmaal in 2010, van 16.000 naar 12.000 motorvoertuigen per etmaal dalen. De gemeenteraad heeft het verzoek daarop afgewezen en daaraan de adviezen van de SAOZ ten grondslag gelegd.

De eigenaar heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is door de gemeenteraad ongegrond verklaard. Daarop heeft de eigenaar beroep ingesteld bij de rechtbank ‘s – Gravenhage (hierna: de rechtbank), die het beroep gegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak is door de gemeenteraad hoger beroep ingesteld bij de Afdeling. De Afdeling heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de zaak naar de rechtbank terugverwezen. Daarop heeft de rechtbank het ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak is door de eigenaar hoger beroep ingesteld.

De eigenaar betoogt dat de rechtbank, door te overwegen dat de gemeenteraad op de adviezen van de SAOZ mocht afgaan, heeft miskend dat in de adviezen niet van een reële prognose van het aantal te verwachten motorvoertuigen per etmaal en de daarmee gemoeide geluidsbelasting is uitgegaan, nu het aantal motorvoertuigen per etmaal en de hoeveelheid geluidsbelasting thans hoger zijn dan destijds is voorspeld en hiervoor geen andere oorzaak dan het bestemmingsplan is aan te wijzen.

De Afdeling overweegt dan als volgt. Voor de prognose van het aantal passerende motorvoertuigen per etmaal en de daarmee samenhangende geluidsbelasting heeft de SAOZ aansluiting gezocht bij de toelichting van het bestemmingsplan, die uitgaat van de waarden, vermeld in de ten behoeve van de totstandkoming van het plan opgestelde milieueffectrapportage. De rechtbank heeft terecht door de eigenaar niet aannemelijk gemaakt geacht dat die prognose onjuist is en in dit verband met juistheid overwogen dat de gestelde omstandigheid dat de geluidsbelasting en verkeersintensiteit thans hoger zijn dan in de prognose is aangenomen, niet betekent dat van een onjuiste prognose is uitgegaan. Toename van verkeersintensiteit en de daarmee samenhangende geluidsbelasting kan velerlei oorzaken hebben die destijds niet waren te voorzien. De eigenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat de toename geheel of in overwegende mate door het bestemmingsplan is veroorzaakt.

LJN BU4584, zaak nr. 201103257/1/H2, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 16 november 2011

Datum

19 Nov 2011