De Hoge Raad heeft op 11 juli 2014 bepaald, dat de werkgever de niet verzekerde schade die is ontstaan door diefstal tijdens het privégebruik van een auto, die door de werkgever aan de werknemer ter beschikking is gesteld niet op de werknemer mag verhalen, als deze schade wel zou zijn verzekerd bij een gebruikelijke (all-risk) verzekering. Dit lijdt uitzondering als de werkgever de werknemer heeft laten kiezen tussen de gebruikelijke all-risk verzekering en een beperkte verzekering en de werknemer heeft ondubbelzinnig voor de beperkte verzekering gekozen.
De werknemer is adviserend verzekeringsarts bij APG. APG stelt de werknemer op 22 februari 2007 een leaseauto ter beschikking. De werknemer heeft zich akkoord verklaard met “de leaseregeling APG en Loyalis NV”, waarin de voorwaarden met betrekking tot de leaseauto zijn opgenomen.
In deze leaseregeling is onder meer bepaald, dat de verzekering geen dekking geeft, indien de schade is ontstaan door schuld, opzet of grove roekeloosheid. Verder is hierin opgenomen, dat in dat geval de werknemer voor het geheel van die schade aansprakelijk is en de schade zal worden verhaald op de werknemer door inhouding van het schadebedrag op het salaris.
Op 13 november 2009 is de leaseauto van de werknemer in Amsterdam gestolen. De werknemer heeft verklaard, dat hij op vrijdag 13 november 2009 zijn voertuig heeft geparkeerd voor de woning van een goede vriend om zijn hond te brengen. De werknemer heeft vervolgens de sleutelbos, waaraan zijn autosleutel en de huissleutel van de woning van deze vriend zaten, in de voordeur van de woning van de vriend laten zitten, terwijl hij de hond, die na het uitlaten vies was geworden, schoon maakte achter de woning. Nadat de werknemer de hond had schoongemaakt kwam hij weer voor bij de woning en hij zag, dat zijn auto weg was en dat onbekenden de sleutelbos (waaraan dus ook de autosleutel zat) hadden weggenomen uit de naar binnen toe openstaande deur van de woning.
De leasemaatschappij brengt het schadebedrag, inclusief de expertisekosten van uiteindelijk afgerond € 11.500,00 bij APG in rekening, omdat sprake is van grove nalatigheid door de werknemer en dat wordt niet gedekt door de verzekering. APG vordert op haar beurt deze schade van de werknemer. De werknemer is volgens APG aansprakelijk voor de schade van de diefstal, omdat hij roekeloos danwel onzorgvuldig handelen valt te verwijten terzake van de diefstal van de auto. De Kantonrechter wijst de vordering van APG af en het Hof bekrachtigt dit vonnis. De werkgever is het hiermee niet eens en gaat in cassatie.
De Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat het uitgangspunt in de wettelijke regeling van een verzekeringsovereenkomst is, dat de verzekeraar alleen dan geen schade aan de verzekerde vergoedt, als de verzekerde de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt. In dit verband vindt de Hoge Raad ook van belang, dat een cascoverzekering met een dekking die hierop neerkomt (veelal bekend als “all-riskverzekering”) een gebruikelijke verzekering is voor een auto. Voorts acht de Hoge Raad van belang, dat schade aan een door de werkgever ter beschikking gestelde auto bij onder meer diefstal en ernstige beschadiging een zodanige omvang kan hebben, dat deze door een werknemer niet of bezwaarlijk is te dragen.
Om deze reden brengt - naar het oordeel van de Hoge Raad - de eis van goed werkgeverschap (van artikel 7:611 BW) mee, dat een werkgever de niet verzekerde schade van meer dan geringe omvang niet op de werknemer kan verhalen, indien deze schade wel gedekt zou zijn bij een gebruikelijke (all-risk) verzekering, die alleen geen dekking biedt bij opzet en roekeloosheid. (De Hoge Raad geeft aan, dat onder schade van meer dan geringe omvang wordt verstaan, de schade die meer beloopt dan hetgeen redelijkerwijs als prikkel voor voorzichtig en zorgvuldig gedrag voor eigen risico van de werknemer is te brengen.)
De Hoge Raad vervolgt ermee, dat een andere regel meebrengt, dat de werknemer wordt blootgesteld aan een risico, waarvan hij veelal niet of in onvoldoende mate zal zijn doordrongen en dat hij veelal niet zal kunnen dragen of had willen lopen, terwijl dat risico eenvoudig te ontgaan zou zijn geweest door een meer volledige verzekering af te sluiten. De Hoge Raad geeft aan dat de werkgever de kosten van zo’n meer volledige verzekering in rekening kan brengen bij de werknemer, zodat er voor de werkgever ook geen reden is de werknemer met een risico te belasten.
De regel dat een werkgever niet verzekerde schade niet op de werknemer kan verhalen, indien deze schade wél gedekt zou zijn bij een gebruikelijke verzekering, kent wel een uitzondering. Hiervan is sprake als de werkgever de werknemer zélf heeft laten kiezen tussen een volledige verzekering of een beperkte verzekering met de mogelijkheid van verhaal door de werkgever op de werknemer van niet door die verzekering gedekte schade en de werknemer ondubbelzinnig heeft gekozen voor de beperkte verzekering. In dat geval is wel volledig verhaal van een niet gedekte schade op de werknemer mogelijk.
De Hoge Raad vervolgt dat een werkgever schade die bij privégebruik van de auto is ontstaan, door opzet of roekeloosheid in beginsel wél voor het geheel op de werknemer kan verhalen, indien wet of overeenkomst daarvoor een grondslag biedt. Die schade had de werknemer immers ook moeten dragen, als het zijn eigen auto betrof en hij de auto zelf had verzekerd.
Nu de werknemer van APG niet of onvoldoende zich ervan bewust is geweest, dat op grond van de verzekering waarvoor APG heeft gekozen eigen nalatigheid of onvoorzichtigheid niet was verzekerd, heeft de werknemer niet zelf de keuze gemaakt voor deze beperkte verzekering in plaats van de gebruikelijke all-risk verzekering. Nu het gaat om schade die wél gedekt zou zijn geweest bij een verzekering, die alleen bij opzet en roekeloosheid geen dekking biedt, is verhaal op de werknemer niet mogelijk.
Conclusie
Uit het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2014 vloeit voort, dat een werkgever niet verzekerde schade van meer dan geringe omvang niet op de werknemer kan verhalen, indien deze schade wél gedekt zou zijn bij een gebruikelijke verzekering. Onder een gebruikelijke verzekering wordt verstaan de verzekering die alleen geen dekking biedt bij opzet en roekeloosheid. Dit is anders als de werkgever de werknemer zélf heeft laten kiezen tussen een volledige verzekering of een beperkte verzekering met de mogelijkheid van verhaal door de werkgever op de werknemer van niet door die verzekering gedekte schade en de werknemer ondubbelzinnig heeft gekozen voor die beperkte verzekering.
Schade die bij privégebruik van de auto is ontstaan door opzet of roekeloosheid, kan de werkgever in beginsel wél voor het geheel op de werknemer verhalen, indien wet of overeenkomst daarvoor een grondslag biedt.
Volledig arrest:
Hoge Raad 11 juli 2014 ECLI: NL: HR: 2014: 1629